Proclamatie

Proclamatie Prins Jan d'n 4e

Ik, Prins Jan d’n 4e Heerser van het zweefvliegveld tot aan het maaswaalkanaal vanaf de grote loef tot aan de Elshof, alles gelegen in ons Dwarsliggersrijk .Opgegroeid op het mooiste plekje van Malden aan de Hatertseweg als jongste zoon van Piet en Riek Thoonsen en nu samen wonende met mijn hofdame Anne aan De Bonkelaar in Malden, zal dit seizoen vol trots de scepter zwaaien over het Dwarsliggersrijk als opvolger van Prins Timo de 1e.

Om mijn taak als prins der Dwarsliggers goed te kunnen verrichten staan mij ter zijde:
Mijn adjudant Sem;
Mijn hofdame Rosa;
Mijn hofdame Anne;
En natuurlijk president Jeroen.

Verder word ik bijgestaan door het bestuur, dansgarde en mijn Raad van Elf bestaande uit:

Mijn raad van elf bestaat uit:

Marc de prikker
Marc ‘t Kersje
Bas Was
Rob ’t Lang End
Berry de bergfietser
Roel ’t lichtpuntje
Gert-Jan de steendraaier
Ronnie de Aardbei
Hemmy de kampeerder
Ton-willem de zandschepper
Jacky de duiker
Tonny de blokker
Loet de tapper
Willy de Zwijger
Wouter de Wegpiraat.

En natuurlijk niet te vergeten alle vrijwilligers en overige carnavalsvierders, die het geheel ieder jaar weer tot een onvergetelijk feest maken.

Ik Proclameer:

Ten eerste

Bij dit kabinet zijn de dwarsliggers met de paplepel ingegeven, we zijn er klaar voor om een mooi seizoen te beleven.

Ten tweede

Is er een polonaise met prins hofdames en adjudant; dan blijft er niemand aande kant!

Ten derde

Dit jaar voor mij en adjudant Sem even geen raad, volgend jaar staan we zeker weer paraat.

Ten vierde

Je kunt beter spijt hebben van een activiteit te veel gedaan dan spijt hebben van een activiteit te weinig gegaan.

Ten vijfde

Na afgelopen jaar jeugdprins Timo en precies 11 jaar geleden prins Roel boven op de prinsenwagen ben ik de volgende van de familie die de steek met 3 veren mag dragen.

Ten zesde

Met een wijk om Juliana heen, komen er weer meer dwarsliggers op de been.

Ten zevende

Dit korte seizoen wordt natuurlijk een zware, maar niet voor de Raad van Elf. Ik schenk hun bier al jaren.

Ten achtste

Met de leidster van de dansgarde, hofdame Rosa in mijn Kabinet, wordt het met de dansgarde ook dolle pret.

Ten negende

Met Marc als onze hofschenker dit jaar, komt niemand iets te kort, reken maar.

Ten tiende

Carnaval vieren wij niet alleen, dat doen we met veel gezellige mensen om ons heen.

Ten elfde

Dit jaar heb ik de scepter in mijn hand, tijd voor een feestje, zet de boel maar aan de kant!

Mijn lijfspreuk voor deze carnaval luidt:

“Projectleider, hofschenker of Raad van Elf, als Prins gaat een feestje bouwen vanzelf!”